LENTEBLOESEM
wanneer ik later in de eindeloze verte val verder weg dan iemand ooit heeft gezien leg dan je warmte nog een keer naast me zing voor me zonder woorden over de lentebloesem en hoe zoet als wijn en licht het was Opgenomen in de bundel: Een deel van mij woont hier 2013 Taalpodium OP DE BERGEN VAN ASSISI
die bomen en die vogels die bergen die stenen rotsen die litanie van wolken zon en wind mogen zien voelen ruiken horen zoals het was in het begin nieuw en eeuwenoud beelden jarenlang onaangeraakt komen tot leven gebogen knieën kaarslicht dat door de kerk golft van hand tot hand van hart tot hart lopend omhoog langs rotsen spelonken grotten zie ik hoe hout en steen hier elkaar hebben gevonden de boom rust in de stenen wortelt in rotsgrond die wijkt om haar groeien te dragen met mijn rug tegen de rotswand laat ik me wiegen door dit bos waarin je kunt schuilen en groeien in het dak van deze houten kerk zingt een nachtegaal haar tonen springen op sprankelend en nieuw helder als een fontein Ik luister naar de nieuwste strofe van het zonnelied onderdeel van tentoonstelling Pelgrimeren in Benedictushof Egmond Binnen |
MEI
ik ging naar buiten om de lente te zien op de dijk zag ik appelbloesem geurend naar toekomst als een naakt meisje aan het strand zag ik meeuwen net voor de branding uit zo dichtbij dat je hun zweven kon aanraken aan de hemel zag ik sterrennevels rood gesluierd als prinsessen uit duizend en één nacht Uit de bundel zonder haast 2013 Frans van Eijk Haiku - Pigeon
woorden uit de lucht door verlangen gedragen verwaaide zuchten AURORA
uit mijn dromen klimt de nachtegaal in klanken omhoog hoger dan de sterren stralen gaat haar vlucht en mijn blik omhoog en dan weer terug naar nacht en hoop sneller dan gedachten en uit een weten ouder dan geboorte spreid ik adelaarsvleugels vlieg onze afstanden ijlloos weg daal onder haar haar en dromen door tot de morgen ons in haar armen houdt Opgenomen in de bundel: Als kleurpotloden in een tekendoos Taalpodium 2019 ISBN 978-90-70908-33-1 JULI IN HET BIESLAND
in de oude stad kietelt de zon de kramen op het marktplein speelt kiekeboe achter torens en de hoogste halsgevels zweept de lichtste stofdeeltjes op tot een zwoele habanera zomaar voor het raam hier in de polder verstopt ze lakenvelders onder het loof van appel en meiboom over het water strooit ze goudstof uit niets dat meer zwaar is of nog moet lles is vandaag stilte gepubliceerd op domweg gelukkig in de Taalstaat |
LANGS HET JAAGPAD
wanneer de polder zich openvouwt groen en oneindig als de wind met niets anders dan met zichzelf speelt de tijd gemeten wordt met de vleugelslag van opvliegende ganzen het licht zo helder is dat het ook alles verlicht dat er niet is dan vertelt de rimpeling langs de rietkraag dat het water stroomt tussen het groen dat ze haar zonder vragen ontvangt als de god in haar gebeden alsof ze het gras van ooit nooit verlaten heeft Luister naar het gedicht op youtube: |